Brommertechniek
Door Bert Baggerman
De Cilinder
Dit keer wil ik de cilinder en de cilinderkop eens wat nader gaan bekijken.
De cilinder waarin de zuiger op en neer beweegt bestaat meestal uit een gietijzerlegering.
Dit materiaal noemen we perlietsch gietijzer .
Voordelen van dit materiaal zijn
* gemakkelijk te bewerken
* goede loopeigenschappen
* voldoende slijtvastheid voor langdurig
gebruik.
Na het gieten van de cilinder, wordt hij eerst uitgeboord en later geslepen.
Op het oog lijkt hij dan inwendig glad, maar als we hem onder de microscoop
zouden bekijken is hij nog vrij ruw.
Daarom moeten wij een nieuwe motor dan ook eerst inrijden, waardoor het loopvlak als het ware gepolijst wordt.
In een cilinder zijn een aantal “kanalen” aangebracht, zoals het inlaatkanaal,
het uitlaatkanaal en de spoelkanalen/ spoelpoorten.
Aan de buitenkant van de cilinder zien we een aantal “koelribben”
Deze dienen om de warmte van de cilinder af te voeren.
Door de koelribben wordt het oppervlak van de cilinder vergroot, waardoor de
lucht die erlangs strijkt veel warmte kan opnemen.
Tussen de onderkant van de cilinder en het carter moet meestal een pakking worden gelegd, de zogenaamde voetpakking.
Deze is meestal van papier.De voetpakking moet niet te dik zijn anders zou hij te veel warmte isolerend werken.
Een bepaald deel van de cilinderwarmte wordt nog via deze pakking en het carter afgevoerd.
De cilinder wordt aan de bovenzijde afgesloten met de cilinderkop.
Deze cilinderkop bestaat uit lichtmetaal, in de meeste gevallen is dit een legering van aluminium en silicium. Dit materiaal voert de warmte snel af.
Ook aan de cilinderkop zien we koelribben,deze staan in de richting van de erlangs strijkende koellucht.
De cilinderkop kan op twee manieren gemonteerd zijn: direkt met bouten op de cilinder of met lange tapeinden, die door de cilinder steken, direkt op het carter.
De bovenkant van de cilinder en de onderkant van de cilinderkop moeten zuiver
vlak zijn. Meestal wordt hiertussen een pakking aangebracht om zo gasdicht gemaakt te worden.
Als de cilinder en de cilinderkop niet helemaal vlak zijn, kan men ze het beste
vlak maken door een vlakke glasplaat op de werkbank te leggen met daarop een
vel fijn schuurlinnen.
Door nu de cilinder en/of de cilinderkop, met het pasvlak naar beneden, met draaiende bewegingen over de glasplaat te duwen, wordt het pasvlak opgezuiverd.
Tot zover de cilinder en de cilinderkop.
De volgende keer kijken we eens naar de zuiger, de zuigerveren en zuigerpennen .
Met vriendelijke groet,
Bert Baggerman.
TECHNIEK I
Onderwerp: Veel voorkomende technische termen en begrippen
In de praktijk worden vaak technische begrippen en termen gebruikt, die voor vakmensen zondermeer duidelijk zijn, maar waar anderen moeite mee kunnen hebben. Wij willen een aantal van deze uitdrukkingen en begrippen behandelen.
Motorspecificaties
Boring:
Inwendige diameter van de cilinder, dit is de middellijn in mm.
Slag:
Dit is de weg, die de zuiger aflegt bij één halve omwenteling van de krukas, van de topstand tot de laagste stand, of omgekeerd. Het wordt gemeten in mm.
b.d.p.:
Bovenste dode punt òf hoogste stand van de zuiger.
o.d.p:
Onderste dode punt òf laagste stand van de zuiger.
Takt:
Deze uitdrukking heeft betrekking op de werkwijze van de motor, waarbij we 2- en 4- taktmotoren onderscheiden. Men noemt ze ook wel 2- en 4- slag motoren.
Slagvolume:
Is de inhoud van de cilinder tussen b.d.p. en o.d.p. gemeten in cm3. De compressieruimte boven de zuiger in b.d.p. is hier niet bijgerekend.
Compressieruimte:
Inhoud cilinderkop boven de zuiger in b.d.p.
Compressie-verhouding:
Dit is: slagvolume + verbrandingsruimte gedeeld door de verbrandings-/compressieruimte.
Voorontsteking:
Vonk aan de bougie springt reeds voor het b.d.p. over. Het wordt in mm, zuigerslag of in graden op het vliegwiel aangegeven.
Tot zover een aantal begrippen en uitdrukkingen. Ik hoop dat jullie er iets aan hebben. De volgende keer zullen we een aantal begrippen/uitdrukkingen behandelen voor wat betreft: carburatie - smering - verbranding.
TECHNIEK II
Onderwerp: Storingen en abnormale verschijnselen
In dit artikel willen wij in eerste instantie oppervlakking ingaan op de plotseling optredende storingen. Wij zullen kijken naar een aantal verschijnselen en de mogelijke oorzaken. In een volgend artikel kunnen we eventueel wat dieper ingaan op een eenvoudig onderzoek om de oorzaak te achterhalen. Dan hebben we ook nog de abnormale verschijnselen die steeds erger worden.
Verschijnsel
1.Motor wil absoluut niet aanslaan.
Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn:
o Carburatie is niet in orde.
o Bougie vonkt niet.
o Motor heeft geen compressie.
2.Motor slaat aan, doch stopt weer.
Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn:
o Brandstofkraan staat nog dicht.
o Choke staat nog dicht.
o Luchtgaatje in vuldop is verstopt.
o Ook een bij 1. genoemde oorzaken.
3.Motor liep goed, maar gaat inhouden of totaal stoppen.
Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn:
o Tankt raakt leeg.
o Luchtgaatje in vuldop is verstopt.
o Brandstof toevoer is verstopt.
o Ontstekingstoring.
o Geen compressie.
4.Motor loopt wel, maar gaat slecht trekken en wordt te heet.
Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn:
o Te weinig smeerolie.
o Gasmengsel te arm door verstopping of luchtlek.
o Ontsteking is ontregeld en “te laat” geworden.
o Motor wordt overbelast.
o Koeling wordt belemmerd.
5.Motor slaat plotseling vast.
Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn:
o Oververhitting door het rijden met volgas met wind in de rug. (dit geldt niet voor een geforceerde koeling).
o Mechanisch defect.
o Zie verder bij punt 4.
Dit was het voorlopig. Volgende keer gaan we wat dieper in op een aantal zaken en behandelen we ook andere verschijnselen.
TECHNIEK I (tweede deel)
Onderwerp: Veel voorkomende technische termen en begrippen
In het nummer van november 2008 hebben we technische termen en begrippen met betrekking tot de motorspecificaties behandeld.
Dit keer willen wij een aantal begrippen en/of uitdrukkingen bekijken, die betrekkking hebben op de carburatie en de smering.
Carburatie
Carbureren:
Dit is het fijn verstuiven van een vloeibare brandstof in een luchtstroom, waarbij de brandstof gedeeltelijk overgaat in dampvorm, terwijl tevens een goede menging van brandstof en lucht moet optreden.
Mengselsterkte:
We hebben het dan over de gewichtsverhouding brandstof/lucht in het mengsel.
Bij een normaal mengsel is dit 1 op 14 tot 1 op 15.
Als het mengsel meer brandstof bevat, spreken we van een “rijk” en indien er minder in brandstof zit, noemen we dit het “arm”.
Choken:
Het afsmoren van de hoofdluchttoevoer van een carburateur door middel van een klep.
Hierdoor wordt het mengsel rijker, omdat er minder lucht kan toetreden, terwijl tevens door de grotere onderdruk meer benzine uit de sproeier stroomt.
Vlotteren:
We drukken dan tijdelijk even de vlotter neer, waardoor het niveau hoger wordt en de carburateur overloopt. Hierdoor wordt een rijker mengsel gevormd.
Remlucht:
Deze wordt door een remluchtsproeier of gaatjes aangevoerd en voorkomt dat de sproeier bij groter wordende onderdruk teveel brandstof gaat leveren.
We hebben hier niet mee te maken bij bijvoorbeeld een Encarwi-carburateur. De stroming van de brandstof vanuit de sproeier en van de lucht wordt uitsluitend door de positie van de gasschuif bepaald, deze is ‘schuin’ ten opzichte van de zuigbuis geplaatst.
Gasmengsel:
Dit is het door de carburateur geleverde mengsel van lucht met daarin verstoven brandstof. Dit zogenaamde gasmengsel bevat nog veel fijne vloeistofdruppeltjes.
Condensatie:
Is het weer neerslaan van een vloeistof, die reeds was verdampt.
Gum:
Deze harsachtige kleverige stof kan ontstaan door veroudering van benzine.
Smering
Mengsmering:
Hierbij wordt de voor de motor benodigde smeerolie van tevoren in een
bepaalde mengverhouding in de brandstof opgelost.
Bij een mengverhouding 1 op 25 betekent dit 1 liter olie op 25 liter benzine.
Zelfmengde olie:
Dit is tweetaktolie, die zonder extra schudden in de benzine zal oplossen.
Corrosie:
Men bedoelt hiermee de aantasting van de metalen door zuren, die uit de brandstof worden gevormd.
Dope:
Het gaat om een toevoeging aan olie of brandstof om deze te verbeteren.
Hierbij nog een begrip, die we minder vaak zullen tegenkomen:
Detergent olie: Dit is smeerolie met oplossende en reinigende eigenschappen.
TECHNIEK II (tweede deel)
Onderwerp: Storingen en abnormale verschijnselen
Allereerst bekijken we nog een volgend aantal plotseling optredende storingen.
Verschijnsel
Motor gaat plotseling ‘pingelen’ of detoneren (ploffen)
>Dit kan mogelijk verschillende oorzaken hebben:
• Gasmengsel is te “arm” door verstopping of luchtlek.
• Er is een te hete bougie gemonteerd.
• De motor wordt overbelast.
• De koeling wordt belemmerd.
Motor gaat ‘terugslaan’ of ‘ketsen’ in de carburateur
>Een paar mogelijke oorzaken:
• Door een verstopping in de brandstoftoevoer of door een luchtlek is ineens een te “arm” gasmengsel ontstaan.
• Een bougie van een te heet type is gemonteerd.
• Opgloeien van koolaanslag of randje van pakking.
• Motor raakt oververhit.
Motor heeft ineens geen compressie meer
>Mogelijke oorzaken:
• Er is een lekkage door een defecte kop- of voetpakking.
• Een lekkage langs de bougie.
• Eén of meer zuigerveren stuk of vastgebrand.
In sommige gevallen is er een gat in de zuiger gebrand door een steekvlam.
• Middencarterpakking is stuk bij de krukasruimte.
Bougie slaat telkens weer opnieuw vet
>Mogelijke oorzaken:
• Het gasmengsel is te “rijk” geworden door bijvoorbeeld een lekke vlotter, een vuiltje op de afsluitnaald.
• Een losgetrilde sproeier.
• Een choke in dicht trilt.
• Teveel olie door de brandstof gemengd.
Tweetaktmotor gaat ineens abnormaal “viertakten” en sterk roken
>Mogelijke oorzaak:
• Storing in de ontsteking.
• Mengsel wordt plotseling te rijk (zie vorige oorzaak).
De volgende keer wil ik een paar abnormale verschijnselen bekijken, die steeds erger worden.
Groeten,
Bert Baggerman
Brommertechniek: de Bing-carburateur

De Bing carburateur.
De functie van de carburateur is: een gasmengsel van brandstof en lucht in de juiste verhouding aan de motor te leveren.
Het is dus een gasmengsel, er komt dus geen vloeibare benzine in de cilinder.
Omdat bij elke verbranding lucht nodig is, moet de benzinedamp vermengd worden met lucht. Een carburateur is dus eigenlijk een “vergasser”.
Hij bestaat uit verschillende onderdelen, met ieder een eigen functie.
Laten we e.e.a. eens wat nader bekijken en beginnen bij de vlotterkamer.
De vlotterkamer is een reservoir waarin de benzine stroomt vanuit de tank.
In deze vlotterkamer bevindt zich een vlotter waaraan een naald verbonden is.
Als de benzine in de vlotterkamer het juiste peil heeft bereikt, sluit de z.g.n. vlotternaald de benzine toevoer af.
Er kan dus geen brandstof meer uit de tank in de carburateur stromen.
Als de motor loopt en dus brandstof gebruikt komt het benzineniveau in de vlotterkamer lager te liggen en zal de vlotter zakken zodat de vlotternaald de benzinetoevoer weer zal vrijgeven.
Via de hoofdsproeier komt de benzine nu onder in de eigenlijke carburateur.
Op dit punt is een spuitstuk geplaatst, dit is de” naaldsproeier” waarin nu de benzine komt te staan.
Tijdens de compressieslag (als de motor dus loopt ) ontstaat er dus een onderdruk in de motor die een zuiging in de carburateur veroorzaakt.
Doordat als het ware de lucht vlak over het brandstofniveau in de sproeier wordt aangezogen wordt de brandstof “vergast”.
Dit gas mengt zich met lucht en gaat via het carter naar de cilinder.
De gasschuif.
De gasschuif regelt de hoeveelheid gas- luchtmengsel die door gelaten wordt.
Hij wordt bediend door het gashandle aan het stuur.
Het luchtfilter.
Dit is een belangrijk onderdeel omdat de aangezogen lucht door middel van een luchtfilter gereinigd wordt van zand en stof.
Reiniging van het filter is dan ook van tijd tot tijd nodig.
Men doet dit door het filter in de benzine te spoelen en te laten drogen.
Hierna dompelt men het filter in de olie en laat hem uitlekken voor dat men het filter weer monteert.
De olie “vangt” de stofdeeltjes die aan het filter blijven kleven.
Het is overigens raadzaam om ook de rest van de carburateur zoals de sproeier e.d.regelmatig schoon te maken.
Dit was het voor wat betreft de werking van de Bing carburateur
Groeten
Bert Baggerman.