Welkom op de ABC Clubpagina! Hier vind je o.a. bijdragen van leden, die vertellen over zichzelf en uiteraard hun bromfiets(en).
Groepsfoto ABC Alblasserwaardrit 2008
Mijn brommer en ik
“Oh, ziet ur da zo uit!!” (door Cees Schop)
Een nieuwe club, de Altena Bromfiets Club.
Gezelligheid en nostalgie, daar heb ik heel veel plezier in. Voeg daar nog een flinke snuif Bourgondisch gevoel bij, zoals samen met Hugo aan de rookton met een flinke zooi paling of een ham erin, een fles bier en een goei stukske muziek en Cees Schop is van de partij.
Zo kwam ik aangereden, één van de eerste keren, in het begin van ABC met mijn Berini M21 uit 1960, leren jas aan en pothelmpje, die ik ophield, de groep stond op punt van vertrekken. Bij de eerste stop van die rit ging mijn jas uit en helm af en ik hoorde iemand ergens achter mij zeggen: Ooh, ziet ur da zo uit!
Een eerlijker opmerking kan je niet wensen.
Met een oude Sparta uit het schuurtje van mijn oom, Bas Noorloos, ben ik begonnen, om die aan de praat te krijgen. Als ik 16 zou zijn mocht ik hem hebben, voor 35 gulden als hij zou lopen, en da dee tie.
De draad van de bougie was uit de kop, van een klasgenoot een ander JLO kopje gekregen, bleek afgevlakt te zijn, maar wel bevorderlijk voor de snelheid. Ook heb ik nog even op een Batavus Wippet gereden die ik voor 85 gulden op de kop had weten te tikken, wel stoer zo rijden met twee van die uitlaten.
Tot ik zoveel had gespaard met werken op de melkfabriek in Genderen in de kaasmakerij met Jan Korevaar en Jan Smits in de vakantie en met sponsoring van mijn ouders en zo een nieuwe Kreidler kon kopen.
Het instructieboekje heb ik nog gevonden (goed bewaard).
De nostalgie is eigenlijk pas wakker geschud door de Solexclub in Meeuwen. Gek genoeg eerst door mijn andere hobby, was toentertijd Smalfilmen.
Eerst met een camera zonder geluid nog.Toen de eerste super 8 geluidscamera op de markt kwam, die gekocht, zo eentje die zelf meer geluid maakte dan het omgevingsgeluid.
Dat werd later een echte Nizo, de stilste die er was in die tijd.
Eerst filmde ik de solexraces in Meeuwen en omstreken, daarna op verzoek van Henk Roubos een echte film over een solextoertocht gemaakt.
Later ben ik zelf in de stichting De Carbidbus terecht gekomen en actief mee gaan rijden en organiseren en dat doe ik nog met veel plezier.
Nu ben ik in het bezit van een Solex, een Berini M21 en een echte Huisman Bakbrommer.
Met de laatste heb ik eigenlijk nog het meeste plezier maar dat is een heel ander verhaal.
Op de Berini rijd ik meestal als ik met de ritten van ABC meerijd, een club van mensen met heel veel gezelligheid, de Huisman bakbrommer is voor de ritjes met de Solexclub vanwege de snelheid en als het nog kan tegenwoordig met alle wegversmallingen, en de ritjes (vroeger) met het gezin.
Wat ik soms wel een “beetje mis” is de echte nostalgie, buiten de gezelligheid van de club. Met mijn Berini M21 zit ik qua bromfietsleeftijd (en outfit kennelijk) toch eigenlijk net buiten de meeste meerijders van ABC, op dat glimmende opnieuw gespoten en verchroomde spul zeg ik even oneerbiedig.
Wel begint daar langzaamaan verandering in te komen nu Bas en Teunie Verhoeven ook met dat ouwe spul meerijden.
Met Martien ben ik in gesprek (al even geleden inmiddels, maar dat is door omstandigheden) om ook eens op een Kreidler mee te rijden, ook leuk om het zo weer eens mee te maken. Zoals Ad Boogaarts helemaal in vervoering raakte aan het begin van een tourtocht en riep: “heurde ze aenkomme, daer die twee van mijn”! Het was nog bijna stil. En jawel hoor, het gezoem in de verte, dichterbij het geronk, toen het zicht van twee prachtig gerestaureerde Kreidlers, bereden door Arno en Martijn.
Als je er éénmaal oor en oog voor hebt, begrijp je het pas.
Hoe dat in mekaar steekt met zo’n brommerhobby.
Mijn brommer en ik
Hallo ABC ers
Mijn naam is Martien Hopkoper en ben 53 jaar. Het eerste contact met bromfietsen had ik toen ik 14 jaar was. Mijn eerste brommer was een JLO ( het type weet ik niet meer) , maar hij werd gestript om er mee te gaan crossen. Zestien jaar geworden en nu brommer rijden. Het werd een Batavus sport gekregen van een oom opgeknapt en rijden maar. Mijn volgende was een Puch met drie voetversnellingen, zo’n nozem brommer met een hoog stuur. Enkele jaren hiermee gereden. Toen werd een andere brommer aangeschaft, dat was een Kreidler RM hier heb ik vele jaren opgereden. Heb toen mijn motorrijbewijs gehaald en een motor gekocht. Het werd ‘n Suzuki RM 250, maar m’n liefde voor Kreidler bleef. Ben ook weer gaan crossen nu met Kreidler. Toen ontwaakte ook mijn interesse voor oldtimers met name Kreidler en ben gaan verzamelen en beschik inmiddels over verschillende Kreidlers van oud tot nagenoeg het laatste type. Mijn Kreidler waar ik mee rijd is uit 1966 en heb hem gereviseerd, zoveel mogelijk zelf gedaan. Nu rijd ik met veel plezier op mijn Kreidler toertochten met de ABC club.
Mijn brommer en ik
Hallo, ik ben Rene broeders en ben 45 jaar jong.
Ik ben eigenlijk al heel mijn leven gek met brommers en motoren. Toen ik zo’n jaar of 10 was kwam bij mijn thuis Kootje Staal ( de kolenboer) kolen brengen en vroeg of ik toevallig een brommer wilden hebben want hij had er nog een in de schuur staan. Nou dat wou ik wel en mijn moeder zei nou vooruit dan maar dat kan toch geen kwaad.
Ik ging gelijk met hem mee en in zijn schuur stond daar een oude Batavus, ik weet alleen niet meer wat voor type het was maar hij had 2 handversnellingen en het zuigertje zat vast door het lange stilstaan.
Ik ben daar gelijk aan gaan sleutelen en een dag later liep dat ding al tot grote verbazing van mijn moeder. Vanaf die tijd was mijn moeder daar niet zo blij meer mee, want er werd nogal eens stiekem mee gereden op de openbare weg, en daar kwam ik toen ook politie Bakker tegen en ik kreeg een flinke uibrander en ik moest van hem het bougie kabeltje doorsnijden en de brommer moest van hem met het grof vuil mee.
Maar dat was ik natuurlijk niet van plan, een poelietrekker gehaald bij Kees de Gast (onze fietsenmaker) en een nieuw kabeltje en een uur later deed ie het weer. Ik heb hem natuurlijk niet bij het grof vuil gezet, zou zonde zijn.
Toen ik 8 jaar oud was kwam de Yamaha FS1 op de markt, en vanaf toen wist ik zeker dat als ik later 16 jaar zou worden ik ook een Yamaha FS1 wilden hebben.
Ik was 15 jaar toen er bij Arie van Dijk een mooie Yamaha FS1 te koop stond het was een 378 uit 1973, die wilde ik graag hebben. Mijn vader ging met me mee en de FS1 werd gekocht, maar zei hij er word pas op gereden als je 16 bent en de brommer komt zolang bij onze Jan (mijn broer) te staan, ik vond dat natuurlijk goed. Toen ik 3 maanden later op 1 november 16 werd zat ik ‘s morgens om 7 uur al op mijn Yamaha FS1 en was zo trots als een pauw.
Ik moest er iedere dag mee naar school in Oosterhout. De Yamaha liep ongeveer 75 a 80 km, maar dat wist mijn pa natuurlijk niet en na precies een week reed ik in Oosterhout precies in de armen van 2 politie mannen die gewoon te voet waren. Deze riepen met de walki talki een wagen op en weg was de FS1. Ik kreeg er de avond flink voor op mijn klo…..
Na een week moest ik in Oosterhout op het politie bureau komen, en daar werd mij verteld dat de Yamaha gestolen was… Er was dus iets met de brommer aan de hand en ik kreeg de Yamaha niet meer terug. Dus mij vader samen mijn Arie van dijk naar het politie bureau en daar is tot een overeen gekomen dat als mij vader geld bij zou leggen, ik een gloednieuwe zou krijgen.
Dat werd een Yamaha FS1 type 2F2 uit 1978, maar die moest natuurlijk wel origineel blijven. De FS1 liep niet harder dan 42 op de teller, en heb er na 2 maanden een groter spruitstuk, en groter voortandwiel een afgevlakte cilinderkop op gezet en ik heb de pijp uit de uitlaat laten halen, toen reed de FS1 ongeveer 55 a 60 km.
Toen ik van school af was heb ik een snelle cilinder gekocht en deze bij Bennie van Andel in Dussen de poorten laten uithalen en reed toen tegen de 100.
Ik heb daar altijd met veel plezier op gereden en ja dan komt de auto en de FS1 werd verkocht.
Ben toen ook nog motor gaan rijden ook met veel plezier ik heb er 7 ver-schillende gehad. Toen ik op 8 december 2001 even een stukje ging rijden ben ik er heel hard onderuit gegaan en heb ik gezegd ik stop met motorrijden.
Ik ben vanaf toen wat gaan zoeken naar een FS1 want dat is toch al die jaren blijven kriebelen.
Ik heb er toen een gevonden in Amstelveen die heb ik gerestau-reerd en verkocht want ik wilden toch weer een Yamaha FS1 type 378 uit 1973. Toen ik die eigenlijk gevonden had in Dordrecht heb ik die gekocht en rij daar nog steeds vrolijk op rond en ook vaak met de Altena bromfiets club.
Ik heb ook nog een Yamaha FS1 uit 1978 gebouwd en heb nu dus de brommers (wel niet de echte) die ik vroeger had.
Dit was zo ongeveer mijn verhaal over mijn brommerliefde.
Mijn brommer en ik
Even voorstellen
De meeste zullen ons al wel kennen. Maar toch; Wij zijn Rick, Anja, Elise en Liane Ippel uit Nieuwendijk.
Bij ons thuis is mijn vader ermee begonnen. De club was net opgericht, en ja die brommers klonken toch wel erg aantrekkelijk. Natuurlijk even kijken als ze dan weer bij ons in straat verzamelden voor een gezamenlijke rit. En wij natuurlijk kijken op internet voor een mooie Kreidler, want dat moest het zijn, eens Kreidler altijd Kreidler. Toen kwam er een Kreidler te koop in Gorinchem, dat vond hij nog wel de moeite om te gaan kijken. Ik koop waarschijnlijk toch niks, en ja hoor daar kwam die thuis met een Groene Kreidler LF uit 1981, met een kickstarterblok eronder. Hij kon hem niet laten staan. Dus ook mijn vader werd lid van de club.
Toen kwam ik, ik had werk in Woudrichem en vond het eigenlijk te ver fietsen. En een auto was te duur. Ik ben dus op internet gaan rondkijken en ja hoor een mooie rode Puch Maxi uit 1978, stond te koop in Dordrecht. Ik samen met pa gaan kijken, en hebben hem dus ook meegenomen. Uiteindelijk ben ik er geen 1 keer mee naar Woudrichem geweest. Dus stond die in de schuur. Ik ben er ook een paar keer mee wezen rijden. Samen met de club of met mijn vader. Het was toch wel leuk in zo’n groep en dus ook maar lid geworden.
Toen kwam het, andere leden van de club vonden dat mijn moeder ook maar lid moest worden.” Waar moet ik dan op rijden, op een fiets ofzo ?” zei mijn moeder. Dus ook voor haar op zoek naar een brommer. Alleen had ze 1 voorwaarde: het moest zo’n zelfde zijn als die ze vroeger had gereden. Een rode Puch Maxi uit ± 1977. Dus wij weer zoeken. Op een dag zagen we een opknapper in België staan, dat is weer net iets te ver weg( Volgens mijn vader). Maar er was een voordeel, die man zat zelf in de brommers en moest zelf nog wat ophalen in Nederland. Dus wij afgesproken bij de afrit, en hebben de brommer gekocht. Toen kwam het werk pas, die brommer opknappen. Ook werd het toen verplicht een kenteken te hebben. De brommer kwam uit België, maar gelukkig was het een Nederlandse. Het opknappen is gebeurd en mijn moeder scheurt er nu trots mee rond. Het is een rode Puch Maxi uit ± 1973 geworden.
Toen kwam mijn vader weer, mijn moeder had haar ”oude liefde” terug, en dat wilde hij ook wel. Maar dat is niet zo makkelijk. Een oranje Kreidler RM Grand Prix 4 Speed uit 1972. Zie die maar eens te vinden. En uiteindelijk kwam er 1 te koop, en wel in Drente. Maar dat maakte nu niet zoveel uit. Hij daar op een zaterdag ochtend naar toe, en rond de middag was die terug en stond daar met een smile van oor tot oor. Hij had hem eindelijk. Zijn jeugd liefde.
Toen kwam er een keer iemand vragen of pa nog interesse had in een Kriedler RMC uit 78, met kenteken, hij wilde er zelf op rijden, maar hij had toch meer met auto’s. En dus ook die heeft mijn vader toen overgenomen, en dat is nu zijn “uitwaaibrommer”.
Zelf raakte ik een beetje uitgekeken op mijn Puch, die dingen zie je zoveel rond rijden. Dus dat was niet meer leuk. Die van moeder zie je niet zoveel meer, dat is leuk. Ik dus elke keer
op internet rond kijken, maar ja wat wilde ik eigenlijk. Ik wilde een brommer die je niet zo vaak ziet rondrijden. En het liefst 1 die nog niet bij de club reed. Wordt het ook een Kreidler of een Zundapp of misschien wel een Yamaha, ik wist het nog niet. Totdat ik een Honda ss50 zag, die was wel erg gaaf, en die had nog niemand. Dus ben ik op zoek gegaan naar een Honda en heb er 1 gevonden. Het is wel een opknapper en daar zijn we nu dus mee bezig.
Nu onze laatste aanwinst, de brommer (als je het brommer kunt noemen, noem het maar een bulldozer) van mijn zus. Zij had dit model ooit bij haar op school zien staan. De meesten zeggen: “Zo lelijk dat ie mooi is”. Ze was verliefd, zo een moest zij ook. Een klein probleempje: het zijn oost-duitse brommers. En dus was het moeilijk om er een kenteken op te krijgen. En zoveel werden ze niet aangeboden, dus afwachten. Ze is toen in Breda wezen kijken bij zo’n gevaarte, die was opgeknapt, maar stond buiten en was dus al op verschillende plekken aangetast. Toen kwam er 1 in Hoogblokland te koop, zij gaan kijken en nu staat heel de schuur vol. Wat voor brommer het is, een Simson Schwalbe.
Dit is ons verhaal, en zoals u heeft kunnen lezen hebben we nu 7 brommers, en de kreidlers hebben de overhand.
Mijn brommer en ik
Als lid van de Altena Bromfiets Club wil ik proberen een indruk te geven van mijn “bromfietshobby”.
Mijn eerste ervaring met het “bromfietsgebeuren” stamt uit het jaar 1962. De laatste weken voor de vakantie ging ik naar de ULO school in Sleeuwijk op de bromfiets van de vader van een klasgenoot ( een Berini M21).
Na mijn schooltijd kocht ik een Kaptein Mobylette bij een plaatselijke rijwiel en bromfiets handelaar. De Mobylette werd al snel geruild voor een brommer met versnelling een RAP.
Hierna volgden er nog aantal merken zoals Batavus supersport, Sparta, NSU Cavalino etc.
De NSU brommer werd geruild voor een motorfiets een DKW 125 cc uit 1953.
Door mijn werk bij een verzekeringmaatschappij was de hobby wat op de achtergrond geraakt, vanwege tijdgebrek. Nadat ik in 2004 in de VUT ben gegaan, heb ik de draad weer opgepakt en restaureer en reviseer ik Batavus bromfietsen uit de jaren 60 met JLO motoren en verzamel ik wat naslag werk, werkplaatshand-boekjes, foldertjes van dit merk.
Ik ben op dit moment in het bezit van een Batavus Combisport met 3 versnelling JLO uit 1965 ( is bijna klaar, zie foto.)
Verder heb ik nog een Batavus Mot o Mat met JLO motor uit 1964 (motor is reeds door mij gereviseerd, de rest moet nog afgewerkt worden)
Ik ben pas geleden begonnen aan een Batavus Combisport uit 1964, maar deze is helaas nog niet compleet.
Ik ben erg benieuwd of er nog meer bromfietsliefhebbers zijn die als” hobbyspecialiteit” JLO hebben.
Het zou leuk zijn, als men dan met mij contact zou willen opnemen.
Bert Baggerman. Tel.: 0183-502468
Mijn brommer en ik
Ik ben Joop Schenzel, vanaf het begin lid van de ABC en momenteel voorzitter. Op m'n 16e (we praten over 1977) begon ik te brommen op de Batavette van mijn oudste zus, totdat ik bij de plaatselijke rijwielhandel in de showroom een prachtige bromfiets zag staan, heel anders dat die buikschuivers waar mijn leeftijdgenoten mee reden (vooral Yamaha FS 1's). Het was een zilvergrijze Tomos 4L, die ik MOEST hebben, dus na flink sparen gekocht (ik meen toendertijd voor f 1275,-). Keurig 40 liep hij, maar na een week na wat vijlwerk aan de poorten, een kortere "bocht" en een 14 tands voor reed ie een acceptabele 60-65. Het waren 3 fijne brom-jaren, totdat de 4l de schuur inging (half uit elkaar vanwege een defecte koppeling), en vanwege het behaalde rijbewijs in de vergetelheid raakte. Ik had er zelfs geen foto van... Pas 20 jaar later nadat ik met een collega over onze "brommertijd" aan de praat raakte kwam de nostalgie weer boven drijven. Wederom MOEST ik weer een 4L bezitten... De schuur van mijn vader bleek helaas leeg te zijn. Mijn ouwe trouwe 4L was jaren terug meegegeven aan het oud ijzer... Na internet en diverse advertenties afgestruind te hebben kwam ik een aardige 4L tegen in Haarlem, van een Puch fan die hem "over" had. Uit 1972, tamelijk origineel, en zelfs voorzien van het echte "Zundapp" Hella achterlicht compleet met beschermbeugel daaromheen (geen overbodige luxe gelet op de zeldzaamheid). Na een proefrit was ik en even later de brommer verkocht. Thuis in en uit elkaar gehaald (o.a. voorvork gereviseerd). Het harde frame inwendig geconserveerd met tectyl, bij Rinky Toys stickers en een origineel Denfeld zadel en vervangende achterschokbrekers gehaald, en voorspatbord en tank opnieuw laten verchromen bij Tolenaars Elektro Rotterdam (aanrader! echte vakmensen). Later nog zelfs de originele valbeugel (zoals ik vroeger ook had) op de kop getikt op een beurs te Vuren. Nieuw in de verpakking van een ouwe fietsenmaker). Mijn "nieuwe" 4L is weer helemaal top, loopt een kleine 60 ( mooi zat) en heeft alweer ettelijke duizenden km's bij de oorspronkelijke 16000 op de teller erbij. Het blok "zweet" alleen een beetje olie, maar die pakkingen en keerringetjes komen nog wel een keer. Kortom, geen smetteloos nieuwe Tomos, maar wel 1 die heerlijk rijdt en mij dat lekkere gevoel van brommerijden van toen weer helemaal terug geeft...
